KINGDOM NOW, WELVAARTS-EVANGELIE EN PRETERISME
De wederkomst dichterbij
Heel veel christenen verwachten de wederkomst van Jezus, al weten wij niet de precieze dag of het uur, dat wist de Zoon van God zelf ook niet (Matth. 24:36). Toch kunnen wij wel zien aan de tekenen van de tijd dat het seizoen en de gelegenheid van de wederkomst van de Heer naderbij komt.
Is de Heer al in het jaar 70 gekomen?
Maar tegenwoordig zijn er christenen die helemaal geen wederkomst van de Heer in het verschiet hebben. Zij menen dat de Heer al gekomen is na de val van Jeruzalem in het jaar 70 na Christus. Deze visie wordt preterisme genoemd. Voor nu moeten wij ons als gelovigen inzetten voor het bouwen aan een Koninkrijk op aarde. Wij moeten met onze bestemming bezig zijn en niet slechts geestelijke bolwerpen neerhalen, maar onze positieve invloed zo aanwenden, dat de steden en de volken voor God veroverd en ingenomen worden langs de weg van heerschappij en macht in het hier en nu. Dus niet alleen op geestelijk gebied, maar ook op politiek en sociaal-economisch terrein. Men spreekt wel van The New Apostolic Reformation. Dit zou gaan gebeuren onder leiding van de sterke bedieningen van charismatische apostelen en profeten.
In afhankelijkheid aan de Heer op weg naar de openbaring van de zonen van God
We horen hen niet spreken over het in afhankelijkheid van de Heer te werken. Geen woord erover dat wij geen charismatische ‘krachtpatsers’ zijn, maar dat wij zonder de Heer niets kunnen doen (Joh. 15:5b). Men spreekt net als wij ook over de late regen en de manifestatie van de zonen van God, maar het heeft soms meer weg van een grotesk spreken, dan een toegerust worden met de kracht van Gods Geest en de weg van geestelijke groei in de geestelijke wereld. Het herstel van de schepping op aarde naar de situatie van vóór de zondeval zal pas plaatsvinden als Jezus niet alleen geestelijk, maar ook fysiek terugkomt, om samen met de zonen van God orde op zaken te stellen en de wereldheerschappij te krijgen. We zien hier dat een gebruik van dezelfde termen soms niet hetzelfde hoeft te betekenen, maar dat aan bijbelse uitdrukkingen een andere invulling wordt gegeven.
Kunnen wij zomaar terug naar de schepping voor de zondeval?
Wij moeten niet denken dat we linea recta terug kunnen naar de ideale schepping van vóór de zondeval. Er is sprake van een zuchtende schepping (Rom. 8:22), waaruit het lijden niet zomaar is weg te poetsen, al denkt de ‘Kingdom Now-theologie’ en het ‘welvaartsevangelie’ ten onrechte in die richting.
Zullen wij het Koninkrijk van God kunnen vestigen op aarde?
De ‘Kingdom Now-theologie’ meent dat dat de wereld erop vooruitgaat en dat wij Gods Koninkrijk zullen kunnen vestigen op aarde voordat Jezus kan komen, en Hem de aarde aangeboden wordt. Of men meent met het preterisme dat de grote verdrukking al is geweest vanaf 66 na Chr. en de wederkomst van Jezus - op geestelijke wijze blijkbaar - in 70 na Christus plaatsvond. De antichrist zou er dan eveneens al in de persoon van Nero zijn geweest, een keizer die de christenen heftig vervolgde.
Ook wij geloven in de verschijning van de gemeente (door geestelijk herstel) in plaats van haar verdwijning (ontsnapping) naar de hemel in een opname die voor de grote verdrukking zou plaatsgrijpen, maar dat is geen ‘Kingdom Now-doctrine’ die ervan uitgaat dat WIJ het Koninkrijk kunnen bewerkstelligen. Zo verdwijnt immers de noodzaak van de fysieke wederkomst van Jezus achter de horizon. De gemeente moet echter wel haar doel - de volkomenheid - bereiken.
Een gestaag groeiproces
In de gemeente van de eindtijd zullen langs de weg van een gestaag, innerlijk groeiproces uiteindelijk volgroeide, volwassen zonen van God (NBG-vert.) tevoorschijn gaan komen, waarnaar de gehele zuchtende schepping ‘met opgestoken hoofde’ uitziet (Rom. 8:19, St. vert.). “Wanneer Christus verschijnt, DIE ONS LEVEN IS, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid” (Kol. 3:4).
De realiteit gebiedt ons te zeggen dat we niet alleen een grote late regen-opwekking (Jak. 5:7-8; Joël 2:23 e.a.) tegemoet gaan in de eindtijd.
Wordt het beter op aarde of neemt de wetteloosheid toe?
Maar ook dat we in de tijd van de grote afval (2 Thess. 2:3) leven, dat de antichrist zal worden geopenbaard en er een grote verdrukking zal zijn op aarde. Dat het niet van geleidelijk aan beter en beter op aarde wordt, zoals de ‘Kingdom Now-theologie’ leert, maar dat wat de maatschappelijke ontwikkelingen betreft de wetteloosheid op aarde zal toenemen en het daarom in de zichtbare wereld steeds verder achteruit gaat. Men wil in de bedoelde stromingen deze nuchtere realiteit vaak niet onder ogen zien en de steeds slechter wordende wereld wordt ontkend. Men stelt en beweert dat wij als christenen NU maatschappelijke invloed moeten uitoefenen en NU de politieke macht moeten gaan overnemen: ‘Kingdom Now.’
Maar de Heer zal uitkomst geven
Wij verwachten echter - dwars door de grote verdrukking heen - dat de kracht van Gods Geest in ons zal toenemen en dat er geestelijke uitkomst is te verwachten ‘van bovenuit.’ Zijn Koninkrijk is namelijk niet van de wereld (Joh. 18:36).
Verschillende terminologie
Om deze stromingen, die regelmatig door elkaar heenlopen aan te duiden wordt er gebruikt gemaakt van verschillende terminologie. Kingdom Now wordt ook ‘Dominion Theology’ genoemd. Het welvaartsevangelie betitelt men ook als voorspoedsevangelie, ‘prosperity teaching’, ‘Health and Wealth, ‘name it en claim it’, ‘Word of faith.’ Er wordt ook onderscheid gemaakt tussen gedeeltelijk en volledig preterisme.
Altijd materiële voorspoed en goede gezondheid?
Op deze manier meent men dat de christen recht op rijkdom heeft, op materiële voorspoed en op een voortdurend goede gezondheid. De aanspraken daarop gaan soms ver. Men beroept zich vaak op de aardse zegen van Israël in het oude verbond, terwijl wij in het nieuwe verbond gezegend zijn met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten (Ef. 1:3). Ook vermeldt men de rijkdom die mannen als Abraham en Job hadden.
De christen moet lijden verduren
Maar juist de geschiedenis van Job leert ons dat ook een christen te maken kan krijgen met lijden. Men gelooft echter niet dat een christen soms lijden moet verduren en dat waarachtig christendom geen ‘mooi weer’-boodschap is, want wij beseffen maar al te goed dat de duivel in dit tijdperk de god van deze eeuw is (2 Kor. 4:4 en de overste van deze wereld (Joh. 14:30). Hoeveel lijden is er wel niet over Jezus Christus Zelf heen gekomen en hoe eenvoudig en ongecompliceerd leefde de Heer. En Jezus zeide tot hem: “De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge” (Matth. 8:20). Van Job werden al zijn bezittingen afgenomen en wat te zeggen van het lijden dat Paulus doorgemaakt heeft, dat was niet gering te schatten (lees 1 Kor. 11:17-32; 2 Kor. 12:10). Natuurlijk sprak hij te midden van al het lijden wel over de geestelijke rijkdom die hij had. Sommigen menen dat de christen nooit ziek hoeft te worden, maar de praktijk bewijst dat de christen ziek kan worden, maar hij weet wel dat hij een beroep mag doen op Gods beloften van genezing (Marc. 16:18; Jak. 5:14-16).
De zogenaamde wet van compensatie
Men spreekt tevens over de wet van compensatie en meent dit in de Bergrede te vinden als de Meester zegt: “Geeft en u zal gegeven worden” (Luk. 6:38). Als men het vers zo uitlegt, betekent dat dat men in feite uit eigen belang geeft, om er zelf beter van te worden. De Meester leerde juist Zijn discipelen om niet vanuit verkeerde beweegredenen te geven. Hij leerde geven zonder iets terug te geven (Luk. 6:35).
God blijft souverein
Men wil graag dat God welvaart schenkt en daarom meent men dat er geloofswetten zijn, waarmee men God prest om voorspoed te geven. Maar God is souverein en oppermachtig, Hij kan niet gemanipuleerd worden. Hij kan niet gedwongen worden aan ons verlangen te voldoen. Alsof gebed een automaat is, waar je welvaart als resultaat uit kunt halen.
De balans in de bijbelse boodschap raakt zoek
In het welvaartsevangelie is de balans in de bijbelse boodschap behoorlijk zoek geraakt. Het klinkt nogal arrogant om rijkdom en voorspoed en gezondheid te claimen, terwijl er zoveel armoede bij anderen is, zoveel tegenspoed bij rampen die anderen meemaken en zoveel ziekte of nog niet opgelost leed onder christenen voorkomt.
Leven in het ‘reeds’ en het ‘nog niet’
We leven nog steeds in een wereld die bezet gebied is door de machten der duisternis (1 Joh. 5:19). De gemeente is het ‘bruggenhoofd’ van het Koninkrijk van God die het licht in de wereld laat schijnen. Wij weten: “De duisternis gaat voorbij en het waarachtige licht schijnt reeds” (1 Joh. 2:8). Het Koninkrijk van God, dat bestaat in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap van de heilige Geest, is al in ons binnenste (Rom. 14:17; Luk. 17:21). Tegelijkertijd bidden we ook: “Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op aarde.” Het ten volle openbaar worden van het Koninkrijk staat nog uit. We weten dat we al mogen anticiperen op de toekomende eeuw, dat wil zeggen: de duizendjarige periode van vrede, die nog niet kan aanbreken zonder de komende, fysieke terugkeer van onze Heer Jezus, de Vredevorst. Zeker, we smaken en proeven al het een en ander van de krachten van de toekomende eeuw (Hebr. 6:5) en we strekken ons nu al uit naar genezing en bevrijding van demonen. Deze voorsmaak is er, maar we ervaren dat we nu die krachten van de toekomende eeuw in de huidige tijdsperiode nog niet ten volle bezitten en niet alle nood en lijden om ons heen kunnen ledigen. Want in de tegenwoordige aioon (= tijdperk) botsen we nog op de god van deze eeuw, satan (2 Kor. 4:4). Geestelijk zullen we hem overwinnen in Gods kracht, maar fysiek en mondiaal gezien lijdt de zuchtende schepping in barensnood, snakkende naar de openbaring van de zonen van God die nu nog niet onthuld zijn (Rom. 8:19-23).
Op een onverantwoorde wijze vooruitgrijpen
De Kingdom Now-beweging en het welvaartsevangelie grijpt op een onverantwoorde wijze vooruit alsof we al in een wereldwijde vooruitgang zitten en het Koninkrijk van God al ten volle kunnen waarmaken en demonstreren. Over het algemeen leert men het a-millennialisme, dat wil zeggen dat het duizendjarige vrederijk al is geweest, of dat we er nu in zitten. Kenmerkend is echter dat in de periode van duizend jaren de satan gebonden is in de gevangenis van de afgrond, opdat hij de volken niet meer zou misleiden (Openb. 20:1-3,7). Als dat nu zou zijn, dan ligt satan wel aan een hele lange ketting.
Het volledige en het gedeeltelijke preterisme
Het volledige preterisme gelooft dat de wederkomst in het jaar 70 al heeft plaatsgevonden, inclusief een ‘geestelijke’ opstanding en dat er geen beloften meer uitstaan. Men waant zich al in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde. Ook het gedeeltelijke preterisme gelooft in het reeds plaats gevonden hebben van de tijd van de antichrist en daarmee ook van de grote verdrukking (in 66-70 na Chr.). Maar zij beseffen wel dat niet alles in het jaar 70 is vervuld, maar dat er nog onderdelen uitstaan voor de toekomst, zoals de wederkomst, de opstanding der doden en het eindoordeel.
Openbaring zou zijn geschreven vóór de val van Jeruzalem in het jaar 70
Maar ook de gedeeltelijk preteristen geloven dat Mattheüs 24:23-31 al vervuld is tijdens de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70. Dat dit problematisch is bij de bijbeluitleg laat zich denken. De komst van de Zoon des mensen zal zichtbaar zijn (Matth. 24:30) en dat is niet gebeurd in het jaar 70. De gebruikelijke datering van het boek Openbaring is in de jaren 90, maar gelet op de verwoesting van Jeruzalem en de vervulling van de profetieën uit Openb. 6-18 houdt men de alternatieve datering van het schrijven van Openbaring in de jaren 60 aan.
Jezus en de apostelen brachten geen succesevangelie
Nergens blijkt dat Jezus en de apostelen een succes- of voorspoedsevangelie gebracht hebben. Zij verzamelden geen schatten op aarde (= materialisme), maar in de hemelen, want daar was hun hart op gericht (Matth. 6:20-21). Zij leefden nooit uit eigen belang, om er zelf financieel beter van te worden, maar hun inzet was voor andere mensen, opdat zij in de eerste plaats geestelijk gezond zouden worden. Zij stonden aan smaad en lijden bloot en hadden in financieel opzicht geen armoede, maar zeker ook geen rijkdom. Zoals overeenkomt met het gebed van Agur: “Geef mij geen armoede of rijkdom” (Spreuk. 30:8). We lezen in 1 Tim. 6:17-19 “Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld dat zij niet hoogmoedig zijn, en hun hoop niet gevestigd houden op de onzekerheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten; ook om goed te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen. Zo verzamelen zijn voor zichzelf een schat: een goed fundament voor de toekomst, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen.”
De apostelen hadden qua geldvoorziening soms de steun van de gemeenten nodig en van Paulus is genoegzaam bekend dat hij er doorgaans ervoor zorgde in zijn eigen onderhoud te voorzien door tenten te maken, om zodoende geen last op de gemeenten te leggen (Hand. 18:3; 1 Kor. 9:11-19; Thess. 3:7-11; 2 Kor. 11:7-9; Hand. 20:33-35). Ook maakten de apostelen lichamelijke genezingen mee, maar van Paulus lezen we ook een keer: “Trofimus heb ik ziek achtergelaten te Milete” (2 Tim. 4:20). Daarentegen werd bijvoorbeeld Epafroditus die ziek was, de dood nabij, genezen, want God had Zich over hem ontfermd (Fil. 2:25-30).
Jezus komt spoedig, hoe zit dat?
Preteristen, die merendeels tevens het Kingdom Now en het welvaartsevangelie aanhangen, beroepen zich er op dat de verwachting van de tweede komst van Jezus in het nieuwe testament als nabij wordt gezien. Het woord ‘spoedig’ (tachu) komt maar liefst 12x voor in het nieuwe testament, waarvan 3x in het laatste hoofdstuk van de Bijbel, (Openbaring 22:7,12,20; vergelijk ook Openb. 1:1; 2:16; 3:11; 22:6). Jezus zegt dat Hij spoedig komt! Spotters zeggen: “waar blijft de belofte van Zijn komst?” (2 Petr. 3:3-4). Preteristen halen vaak bepaalde verzen aan, zoals Matth. 16:28 “Voorwaar Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk (Zijn koninklijke waardigheid, NBG-vert.)” en Matth. 24:34 “Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn.” Preterisme betekent dan ook: voorbijgegaan, want dat is met het centraal stellen van het jaar 70 met in hun optiek ‘Jezus komst ten oordeel’ het geval. Wat voor betekenis hebben deze twee geciteerde verzen en het woordje ‘spoedig’?
Inderdaad zouden sommige leerlingen Hem zien komen, niet in het jaar 70, maar in de daarop volgende perikoop die direct volgt op Matth. 16:28: “En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broer, met Zich mee en bracht hen op een hoge berg, alleen hen. En Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd; Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht” (Matth. 17:1-2; zie ook 2 Petr. 1:16-19).
Wat Matth. 24:34 betreft, valt het op dat men “dit geslacht” (genea) een positieve betekenis geeft en dan denkt aan een periode van 40 jaar (tussen 30-70 na Christus). “Dit geslacht” heeft juist vaak de negatieve betekenis van zondig, ongelovig, krom en verdraaid en overspelig geslacht (Matth. 11:16; Matth. 12:39,45; Marc. 8:38; Marc. 9:19; Hand. 2:40; Fil. 2:15).
Wat moeten we aan met het woordje ‘spoedig’ dat men dan betrekt op het jaar 70? De Bijbel spreekt ook over het uitblijven van Zijn komst. “Mijn heer blijft uit”, zei de boze slaaf (Matth. 24:48), “toen nu de bruidegom uitbleef” (Matth. 25:5-6), “na lange tijd” kwam de heer (Matth. 25:19). De tijdrekening van de Heer en Zijn belofte is niet traag, maar is anders, dan wat wij verstaan: “Maar laat vooral dit u niet ontgaan, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Heere vertraagt de belofte niet, maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen” (2 Petr. 3:8-9; vergelijk Ps. 90:4). Bovendien roept de verwachting van Zijn komst ons te allen tijde op tot een alerte houding: “Let op: waak en bid, want u weet niet, wanneer het de tijd is” (Marc. 13:33).
Mandaat over de zeven bergen
Wat in de Kingdom-Now beweging opvalt, is dat ze erover spreken dat christenen invloed zullen winnen en gaan domineren over de zeven bergen. De zeven bergen die overgenomen zullen gaan worden in de wereld zijn: kerk, gezin, overheid, onderwijs, media, zaken, kunst en amusement. Via dit zeven bergen mandaat wil men de wereld transformeren. Dit gebeurt onder leiding van apostelen en profeten. De heerschappij moet nu worden genomen op aarde.
Er wordt geen komende grote verdrukking met de antichrist geleerd. Waarschijnlijk ziet men dit als een doem-scenario. Evenmin spreekt men over Babel en een grote afval in de eindtijd. Men wil - voortijdig - het Koninkrijk demonstreren in deze zeven aardse terreinen en de hemel op aarde inluiden. Men wil de zeven bergen (maatschappelijke invloedssferen veroveren het Koninkrijk van God op aarde te vestigen, voordat Jezus terug kan komen.
Men verliest het bijbelse evenwicht
Het zendingsbevel om mensen tot Jezus’ discipelen te maken, wordt zo vervangen door de maatschappij christelijk te willen maken. Vaak gaat het om populaire hypes die ook weer wegebben, om plaats te maken voor de volgende trend. Vanuit het welvaartsevangelie verschijnen eenzijdige boeken als ‘Ware voorspoed’ en ‘God geneest altijd’, een leus die niet overeenstemt met de praktijk. Zo worden mensen die in de campagnes niet genezen worden op zichzelf teruggeworpen.
Een andere exponent van het welvaartsevangelie is de Bethel Church te Redding, Californië. Daar beoefent men bijvoorbeeld ‘grave sucking’. Men gaat op de graven van overleden Godsmannen en Godsvrouwen liggen, om hun zalving op te zuigen. Een occulte praktijk die omarmd wordt.
Conclusie
In beknopt bestek hebben we geprobeerd aan te geven dat deze drie stromingen die een grote overlap hebben met elkaar niet aanbevelingswaardig zijn. Daarom telt een gewaarschuwd mens voor twee!
Jildert de Boer